Water en bodem sturend

De stikstofcrisis, slechte waterkwaliteit, klimaatverandering en achteruitgang van de biodiversiteit; het zijn thema’s die laten zien dat er grenzen zijn aan de ‘maakbaarheid’ van Nederland. Tegelijkertijd is er een grote vraag naar nieuwe woningen en een duurzame energievoorziening. Voor al deze opgaven is ruimte nodig en dat is maar beperkt beschikbaar. Hoe gaat dit allemaal passen, hoe gaat ons land er dan uit zien, en hoe komen we daar? Veel antwoorden zijn te vinden in een andere manier van landgebruik en ruimtelijke inrichting, waarin het water- en bodemsysteem sturend gaat zijn voor de inrichting van Nederland.

  • sloten punt 3.JPG

In plaats van de natuur te ‘maken’ zoals de mens dat wil, betekent dit kijken naar wat de natuur al in de basis te bieden heeft. En dan te beginnen bij het water- en het bodemsysteem. Op deze manier houd je rekening met de draagkracht van het systeem en kun je er slim gebruik van maken.

Zo is het op zich ‘logisch’ om water vast te houden in gebieden waar van nature veel water samenkomt, zoals in beekdalen, maar zullen we ons vooral moeten inspannen om water al voordat het in de beekdalen aankomt te laten infiltreren in de bodem voor aanvulling van de grondwatervoorraad.

Een venige ondergrond kan van nature veel CO2 vasthouden en opslaan. De meest vruchtbare bodems kunnen daarnaast bijvoorbeeld gebruikt worden voor efficiënte vormen van voedselproductie en nieuwe woningen het beste gebouwd in hoger gelegen gebieden die minder kwetsbaar zijn voor zeespiegelstijging. Door op deze manier Nederland (opnieuw) in te richten, zijn we beter voorbereid op de toekomst en kan het land ook aantrekkelijker worden en zijn we beter bestand tegen bv. klimaatverandering.

De juiste functie op de juiste plek, dat is een hele puzzel. Wageningen University & Research doet hier al jaren onderzoek naar en adviseert en inspireert overheden en andere partijen over hoe deze manier van gebiedsinrichting er in praktijk uit kan zien. Wat kan waar, en wat ook niet. Een goed voorbeeld hiervan is de Wageningse visie op Nederland in 2120. Deze kaart laat zien hoe ons land er over honderd jaar uit kan zien als de natuur de basis is van ruimtelijke inrichting.En daarvoor moeten we nu al keuzes maken die de transitie in gang zetten.

Water en bodem sturend vraagt om een verandering in ons denken en doen. Het begint ermee dat we onze eigen leefomgeving weer leren kennen en waarderen. Waarom ziet het er hier uit zoals het eruit ziet? Waarom is het hier zo vaak nat, of juist droog? En waarom komen bepaalde soorten hier eigenlijk wel of niet voor? Veel van deze kennis is verloren gegaan doordat nog maar weinig mensen direct in contact staan met hun leefomgeving.

En tegelijkertijd vraagt het ook om ‘uitzoomen’. Wat zijn de grote opgaven van deze tijd? En wat komt er eigenlijk nog meer op ons af? En hoe kunnen we vanuit de eigenschappen van deze plek op die opgaven inspelen? Inzoomen en uitzoomen dus. En van daaruit keuzes durven maken.

Wageningen kan daarbij helpen, zowel als het gaat om het in- en uitzoomen. En de consequenties van keuzes voor de toekomst en voor nu in beeld brengen.