Project

Waarderijke en waterrijke Waterveiligheidslandschappen

Nederland is niet af. Grote ruimtelijke opgaven en transities kondigen zich aan, zoals aanpassen aan klimaatverandering, verduurzaming van landbouw en de energiesector en het herstel van de biodiversiteit. Maar ook de woningbouwopgave en de zorg voor voldoende en schoon (drink) water staan in de aandacht. In het nieuwste IPCC rapport zien we dat klimaatverandering steeds sneller gaat: snellere zeespiegelstijging, intensievere neerslag en extremere perioden van warmte en droogte kondigen zich aan. Daarom is het belangrijk om tijdig op een nieuwe manier na te denken en te werken aan een veilige en leefbare Nederlandse Delta.

Hier tekent zich een ingewikkeld dilemma af: de noodzaak van systeemveranderingen in een onzekere toekomst, en tegelijkertijd de opgave om de beoogde transities uit te werken en te implementeren binnen de bestaande context van wet- en regelgeving, vigerend beleid en maatschappelijke acceptatie. Kortom, de opdracht om de Nederlandse delta leefbaar en veilig te houden vraagt om een systematische toekomstverkenning naar een duurzame ruimtelijke inrichting van ons water(veiligheids)systeem.

Met dit project dragen we bij aan besluitvorming over het toekomstbestendig inrichten van de Nederlandse (water)landschappen: met een goed ruimtelijk ontwerp van het landschap zodat ze systeem-georiënteerd, natuurlijker, klimaatrobuuster en waarderijker worden. Daarvoor willen we inzichten verkrijgen over het hiervoor geschetste dilemma. Dit doen we door uitgevoerde praktijkcases systematisch te analyseren aan de hand van kritische succesfactoren. Voor een aantal gebiedscases worden ontwerpend mogelijke lange termijn ontwikkelingen verkend en in beeld gebracht. Hierbij gaan we er van uit dat er ‘systeemsprongen’ in het functioneren van de Nederlandse systemen van waterveiligheid en ruimtelijke organisatie denkbaar en wellicht ook noodzakelijk zijn. Door dergelijke sprongen als startpunten te gebruiken, kunnen we de oplossings- en keuzeruimte voor het omgaan met het complexe dilemma vergroten. En planningsinstrumenten ontwikkelen die de korte termijnen van ‘nu’ (2030) en ‘straks’ (2050) beter kunnen afstemmen op inzichten over het ‘later’ (2100) en ‘ooit’ (na 2150).

Publicaties